maandag 29 april 2013

De vliegende theedoek

Op een avond, na het eten, doet Arnold voor de afwas nog even een dutje en droomt over een vliegende theedoek. Als hij wakker wordt, moet hij alsnog afdrogen en gaat alles weer zijn gewone gangetje. Maar is dat eigenlijk wel zo? En wat gebeurt er allemaal in de trapkast?

Dit boek over huis-, tuin- en keukendingen speelt zich af in en om het huis van moeder Mies, vader Arnold, de kinderen Sanne en Stefan, Koos de kat en Elvis de hond. De theedoek heeft een belangrijke rol en als je wilt uitvinden of hij echt kan vliegen, bestel het boek, lees verder en oordeel zelf.

Bettie van Veen

dinsdag 6 september 2011

Ben je - door onderstaand verhaal - geïnteresseerd geraakt in het boek?

Het kost € 15,95 en ik kan het de volgende keer meebrengen als we elkaar zien. Zien we elkaar binnenkort niet, dan kan ik het ook naar je sturen. Geef je naam en adres op aan Bettie van Veen: geale@planet.nl. Mijn bankgegevens ontvang je dan van mij, waarna ik het boek opstuur.

Bettie van Veen

donderdag 8 april 2010

De verdwijning van de theedoek

“Help, we kunnen je niet meer vasthouden” riepen de rode knijpers in koor.
En daar vloog de theedoek door de lucht.
Het leek nog even dat hij de overkant van de sloot zou halen, maar nee, hij viel er net in. Langzaam begon hij te zinken. Ineens werd hij aan zijn lusje getrokken door een meerkoet. Zij sleepte hem mee naar zijn nest.

Bij de meerkoeten
Het was een stevig nest van waterplanten. Maar de theedoek zag ook een kunstgebit, een colafles, een roze portemonee, een rood wit politielint en een onderbroek met hartjes. “Wat een rotzooi” zei de theedoek.
“Ik vind het wel vrolijk met al die kleurtjes” legde de meerkoet uit. “En het is ook gezellig voor de meerkoetjes als ze uit hun ei kruipen”.
De theedoek had door de rommel de eieren nog helemaal niet gezien.“Wanneer moeten ze uitkomen?”
“Over een paar dagen.”
“Ik heb nog nooit eieren zien uitkomen. Wat spannend!”
“Zou jij even op de eieren willen passen? Dan kan ik even een beetje zwemmen en wat eten.”

Krak...
“Dat is goed.” En de theedoek vouwde zich om de eieren heen, zodat ze warm bleven.”
De theedoek was trots dat hij zo’n belangrijke taak had gekregen en hij bedacht hoe hij zijn belevenissen aan de andere theedoeken zou vertellen, als hij weer terug was. Wat zouden ze jaloers zijn!
“Hihihi, wat kriebelt dat.”
Ineens hoorde de theedoek: “Krak”
Even later klonk hetzelfde geluid”
“Waar komt dat geluid vandaan?” vroeg de theedoek zich af.
De theedoek keek om zich heen, maar hij kon niet ontdekken waar het geluid vandaan kwam.
Daar was het weer: “Krak”
Ineens zag hij een rood kopje tevoorschijn komen. En nog een en nog een. Hij telde er zeven. De theedoek vouwde zich nog wat steviger om de koetjes heen, zodat ze niet konden ontsnappen. Gelukkig, daar kwam moeder meerkoet alweer aan zwemmen.
De koetjes maakten zich los uit de theedoek en riepen naar hun moeder: “Mama, mama, we zijn geboren.”
”Kom maar gauw in het water” zei de moeder meerkoet.
Snel lieten de koetjes zich in het water vallen en zwommen naar hun moeder.
De theedoek bleef alleen achter.‘s Avonds kwamen de moeder en de jongen weer terug op het nest.“Hé, ik mis er een paar” zei de theedoek.
“Die zijn bij de kinderen van de reiger aan het spelen” antwoordde de moeder.
“Dat is gezellig voor ze.” meende de theedoek.
De volgende ochtend vertokken de 5 koetjes samen met hun moeder.
“Hé, waar is nummer 5”, vroeg de theedoek toen ze ‘s avonds weer terugkeerden.
“Hij zit op de koetjesschool, daar leert hij nesten bouwen.”
Elke ochtend vertokken de jongen en de moeder om pas ‘s avonds laat weer terug te keren. Er bleef wel eens vaker een koetje achter om ergens te gaan logeren. Na een paar weken keerden ze geen van allen terug op het nest. De theedoek wachtte en wachtte, maar ze kwamen niet meer.

Herfst
Toen brak de herfst aan en begon het water langzaam te rijzen. Eerst spoelde de cola fles weg, gevolgd door de lege eierdoppen en het kunstgebit. De theedoek voelde het water aan hem trekken. Ineens schoot hij met een ruk los. Hij dreef langzaam in de richting van de rivier. In de rivier was het water veel kouder en de theedoek rilde.
De theedoek dacht aan het warme theedoekenkastje: “Zou hij de andere theedoeken ooit nog terugzien?”
Hij werd uit zijn gedachten opgeschrikt door een geel gevaarte dat heel snel op hem afkwam. De theedoek sloot zijn ogen ...


“Zie je dat?” riep Arnold.
“Daar hangt een theedoek. Die zullen we maar eens opvissen”
“Dat is ook toevallig,” riep Mies verbaasd uit “dat is de theedoek die een paar maanden geleden van de lijn is gewaaid. We zullen hem eens lekker wassen en dan kan hij weer fijn bij de andere theedoeken in het kastje liggen.”
De schoongewassen theedoek werd natuurlijk met vreugde ontvangen door de andere theedoeken en hij vertelde tot diep in de nacht wat hij allemaal had meegemaakt.

donderdag 18 september 2008

Recensies

Hallo Bettie,

Met veel plezier heb ik (met horten en stoten), de vliegende theedoek gelezen. Vooral het eerste verhaal sprak mij erg aan. Mijn ultieme droom is nl.: hier op m'n balkon(5-hoog)gaan staan , m'n vleugels uitslaan en zo naar de overkant te zweven, dus misschien moet ik het ook eens met een theedoek proberen. Ik vind de illustraties heel erg leuk, moet je toch ook talent voor hebben. Hoe gaat het trouwens met de verkoop?? Wordt het ook in Zweden uitgebracht?

8 oktober 2008, Marjan van der Meij

Genoten !!! Humor, zeer makkelijk leesbaar , crea en ook soms vertederend.
dank voor het schrijven en uitbrengen ik heb mij kostelijk vermaakt.
groetjes anneke en tot schilders.

6 september 2008, Anna van der Kamp

Hoi Bettie,

Wat schrijf je toch leuk; net je pontjes verhaal gelezen en hardop zitten lachen bij het melkflessen experiment. Het boekje is ook gearriveerd en voor zover ik niet slaap (nog steeds onduidelijk ziek en morgen naar dokter) lees ik af en toe een verhaaltje. Ik vind die van jou toch wel erg aardig en geestig hier en daar. Inderdaad ook heel leuk en fantasievol om aan de kleinkinderen voor te lezen. Ze zijn zeker níet kinderachtig. Tekeningen enig.Liefs,Hens

5 mei 2008, Hens Vlam

Toen de aankondiging van

"Met trots melden wij u dat eind maart de eerste exemplaren van De vliegende theedoek, de wonderlijke avonturen van huis-, tuin- en keukendingen, geschreven door Bettie van Veen, Loes Heuff en Nel Groenenberg van de drukpersen rollen."
hier half febr. binnenkwam waren we met vakantie in Z. Frankrijk en toen we eind van de maand terugkwamen was er een aaneenschakeling van redenen waarom ik jou niet meteen eens even kwam feliciteren met de uitgave van je eerste(?) boek. Bij deze dan alsnog zeer van harte. Ik weet als geen ander hoe je uit je dak kunt gaan bij het zien van zo'n tastbaar prachtig boekje. Ik ging tenminste bij de publikatie van mijn eertse bundel volledig uit mijn dak en ik ging stiekem in etalages van bladmuziekwinkels kijken of mijn bundel er ook lag....
Ik heb de vliegende theedoek ondertussen besteld en hoop het een dezer dagen te ontvangen. Het ziet er van buiten aantrekkelijk en vrolijk uit, van binnen moet ik dus nog ervaren.

21 april 2008, Hens Vlam

Het is alweer een paar weken geleden dat ik het boekje van De Vliegende Theedoek heb ontvangen. Ik vind het erg leuk, vooral ook de tekeningen!
Dus op naar het tweede boek, zou ik zeggen (met pontjesverhalen?)

30 maart 2008, Marijke van Steenis


De vliegende theedoek heb ik ontvangen en al veel in zitten lezen en glimlachen. Papa die met Pasen hier was heeft het helemaal uit. Hij vond het ook erg leuk.

25 maart 2008, Alice Rusch


....luitjes, de complimenten van Eline voor ons boek!! Ze vind het heel mooi
geworden! (met duidelijke tekst...)

17 maart 2008, Eline, mail Loes


Em belde mij net en die vond het boek zoooooo leuk geworden, en prachtige tekeningen zei ze, dus Bettie, ik denk dat ik ook niet ontevreden ben als mijn pakketje eraan komt! Ze vond het ook heel erg leuk met het dankwoord!!!

14 maart 2008, Em Koppe, mail Loes

maandag 9 juni 2008

De dames achter 'De vliegende theedoek'

Niet alleen Voorburgs dichttalent, zoals het bericht hieronder meldt, maar ook nieuw vrouwelijk schrijverstalent van Voorburgs bodem mag voor het voetlicht worden gebracht. Loes Heuff, Nel Groenenberg en Bettie van Veen zijn dan ook apetrots nu hun boekje 'De Vliegende Theedoek' is uitgekomen. Schrijven over alledaagse zaken en voorwerpen in en rond het huis is voor de dames een lieve lust geworden. Zij inspireren elkaar aan hun stamtafel in de Fox aan de Herenstraat, wisselen ervaringen uit, mijmeren een eind weg en noteren wat voor publicatie wel eens interessant zou kunnen zijn. Loes woont tegenwoordig in Zweden, maar kort geleden was zij op bezoek bij haar zus Emmy Koppe o.a. voor een volgende schrijversontmoeting, wederom in het eetcafé. 'De Vliegende Theedoek' is een bijzonder aardig boekwerkje met heel kleurige zelfgemaakte tekeningen. Te koop bij Bruna in L'hage. Lezen maar en laat Loes, Nel en Bettie maar schuiven!

Gepubliceerd op http://www.voorburginsite.nl/

zondag 16 maart 2008

De vliegende theedoek is verschenen!


Als je met z’n drieën bent, heb je een grotere kans dat je een postbode kent. Wij wilden namelijk met z’n drieën aanwezig zijn wanneer de boeken bezorgd werden en daarvoor was wel een afspraakje met hem nodig. Zoals je op de foto ziet, is het gelukt.
Begonnen als een weddenschap in 2004, maar uiteindelijk in 2008 geresulteerd in een echt boek! Het geeft een voldaan gevoel om met z’n drieën een klus geklaard te hebben.


donderdag 12 juli 2007

De vaatdoek mag stinken

Er was er eens een vaatdoek. Hij werkte hard...of liever gezegd...hij werd gewerkt. Het waren altijd anderen die hem gebruikten om het vuile natte werk op te knappen.

Na het eten werd de vaatdoek opgepakt en moest hij het tafelkleed afvegen en etensrestjes verwijderen. Daarna huppekee, onder de kraan, zonder dóórkomen hoor, soms koud water, soms heel warm en dat wist hij nooit van te voren, dat was altijd weer afwachten en even schrikken soms.
Daarna mocht hij even uitblazen op het aanrecht, tussen de kraan en de wand gedrukt. En dan, na de vaat, werd hij weer opgepakt, in de afwasbak gedompeld, uitgeknepen, of beter gezegd uitgewrongen, en daarna rondgewreven en heen en weer getrokken over het aanrecht met een paar afspoelingen ertussendoor. Daarna weer in het vuile afwaswater gedompeld en dan was het fornuis aan de beurt. Weer etensresten, en vet. Dat vet was het ergste, nee, dat was geen prettig werk.

Soms, als hij pech had, moest hij ook de vloer schoonmaken, maar dat was alleen als de Arnold het voor het zeggen had. En als Mies dat zag, nou, dan was het huis te klein hoor. Dat mocht niet, dat was vies, zei ze tegen hem. "Met datzelfde doekje ga jij straks lekker weer het tafelkleed afvegen". De vaatdoek vond dat, door horen zeggen, dus zelf ook niet zo fijn en dan voelde hij zich echt als een vaatdoek. Hij was dan soms ook erg jaloers op de theedoek die al het schone werk mocht doen en altijd zorgvuldig werd opgehangen aan een haakje aan de muur tussen het werk door. En die ook veel regelmatiger in de was mocht om zelf weer lekker schoon te worden.

De vaatdoek werkte dus eigenlijk liever voor Mies, want Mies kneep niet zo hard en die gebruikte ook een prettigere watertemperatuur. Maar ja, met alle emancipatie en zo, werkte hij dus voor allebei. Ach, zo was het leven en hij was uiteindelijk vrij "slijtsterk", dus hij liet zich maar gebruiken, en er waren toch ook wel weer voordelen. Hij hoefde bijvoorbeeld nooit zelf te bedenken over wat hij nou weer eens zou gaan doen en hoe en wanneer, en als hij het echt zat was dan ging hij gewoon lekker stinken en dan mocht hij in de was. En er was niets heerlijker en opwindender dan aan de waslijn wapperen buiten in het zonnetje, een babbeltje met de theedoek (hoewel dat soms wat moeilijk was voor de vaatdoek vanwege de jaloezie) of soms een handdoek of een onderbroek of een behaatje grote maat en die hadden het uiteindelijk ook niet allemaal zo gezellig hoor. Samen hadden ze dan allemaal even een heerlijk dagje met allemaal vrolijk klapperende knijpertjes in allerlei kleurtjes om zich heen. Dan was het net vlaggetjesdag en na zo'n dagje kon de vaatdoek er toch weer even tegen en liet hij zich weer lekker gebruiken!!

Loes

vrijdag 1 juni 2007

De pontjestocht van de kaasschaaf met zijn vrienden

Eindelijk was het dan weer voorjaar, Arnold en Mies hadden er de hele winter al naar uitgekeken. Zoals ieder jaar gingen zij vanaf half april pontjestochten maken. Arnold en Mies hielden heel erg van fietsen en ze verheugden zich er enorm op. Helaas konden ze op de fiets niet zoveel meenemen, er moesten dus keuzes worden gemaakt. Natuurlijk moest de picknickmand mee, met allerlei lekkernijen erin, zoals luxe broodjes, fruit en een flesje rode wijn.

In de keukenlade
In de keukenlade was het nog rustig, want het was nog vroeg. De klok had pas 6 keer geslagen. Maar de kaasschaaf was uitgeslapen en hij ijsbeerde een beetje zenuwachtig heen en weer. Hij hield normaal heel erg van uitslapen, maar dit was een bijzondere dag voor hem, hij ging namelijk met Arnold en Mies mee op pontjestocht. De rest van de inwoners van de keukenlade waren ieder jaar stinkend jaloers op de kaasschaaf. Behalve de kurkentrekker, want die mocht ook altijd mee.
En ja hoor klokslag half 7 werd de keukenlade opengetrokken en werden de kaasschaaf en het fruitmesje eruit gehaald. “Hé,” riep de kaasschaaf “jullie vergeten mijn vriendje ‘de kurkentrekker’”. Ook de kurkentrekker probeerde nog de aandacht te trekken van Arnold, maar het mocht niet baten. “Hè bah,” dacht de kaasschaaf, “dit keer ben ik alleen met het fruitmesje, maar ja ik mag niet mopperen, want Arnold had mij ook in de lade kunnen laten liggen.” De achterblijvers begrepen er niets van: “Waarom mocht het fruitmesje ineens mee?”
Arnold stopte de kaasschaaf en het fruitmesje in de rugzak van Mies.
Klokslag 7 uur vertrokken Arnold en Mies op de mooie gepoetste fietsen. Het kleine fietspompje bungelde achterop de bagagedrager van Arnold, je moet tenslotte op alles voorbereid zijn.
Het was nog lekker koel buiten en de dauw lag nog op de weilanden. Je kon alleen de ruggen van de koeien in het weiland zien. De kaasschaaf had een mooi plekje weten te bemachtigen in de rugzak van Mies. Er zat een klein gaatje in waardoor hij lekker kon genieten van het mooie uitzicht.

Het eerste pontje
Ze reden door de polder waar veel molens stonden. “Wat zou ik graag eens in die molen willen kijken” zei de kaasschaaf tegen thermoskan, die op de bodem van de rugzak van Mies een dutjes probeerde te doen. Het fruitmesje zat naast de kaasschaaf en om beurten keken ze door het kleine gaatje van de rugzak. “Moet je nu eens kijken” gilde het fruitmesje, dat aan de beurt was om door het gaatje te kijken. “Ik zie een heleboel water met een hele rare boot, waar maar één auto op staat en allemaal mensen met fietsen.” “Een hele rare boot” stamelde de kaasschaaf, laat mij eens kijken” en hij duwde het fruitmesje opzij om ook naar die rare boot te kunnen kijken. “Dat is een pontje” wist de kaasschaaf te vertellen. “We zijn nu bij Spaarndam. Daar gaan we op het pontje, maar eerst gaan Arnold en Mies wat drinken.”
Toen de pont aanmeerde, stonden Arnold en Mies snel op van het terras en ze liepen met hun fiets naar de steiger. Zij gooiden wat geld in het klompje dat als fooienpot diende en zetten hun fietsen tegen de railing. Niet lang daarna werd de motor gestart en kwam het pontje in beweging. “O wat gebeurt er met mij, ik ben zo misselijk”, steunde de thermoskan die zijn buik nog vol koffie had en groen van ellende zag. “Je bent zeeziek” lachte de kaasschaaf. Het fruitmesje duikelde bijna uit de rugzak van het lachen. “Jullie zijn niet leuk” huilde de thermoskan “ik voel me echt niet lekker.” “Ik heb gehoord dat dit zo weer overgaat, wanneer je weer aan land bent” troostte het fruitmesje, dat het toch wel een beetje zielig vond voor de thermoskan. “Denk je?” vroeg de thermoskan hoopvol. “Ja ik weet het zeker” zei de kaasschaaf, “ik heb dat de vorige fietstochten zelf ook meegemaakt, toen waaide het erg hard en de boot schommelde nogal en soms word je dan zeeziek, maar dat gaat weer over zodra je weer aan land bent”. “O, gelukkig maar” sprak de thermoskan en hij werd door dit goede nieuws weer wat rustiger.
Na een kwartiertje gevaren te hebben, was de pont aan de overkant aangekomen. De pontjesbaas meerde de pont keurig op de juiste plaats aan. Arnold en Mies liepen naar hun fietsen en zwaaide nog even naar de pontjesbaas, die hun weer veilig aan de overkant had gebracht.

De picknick
Ze fietsten nog een halfuurtje door en toen kregen Arnold en Mies honger, dus het werd tijd voor een picknick. Nadat ze een mooi plekje hadden gevonden aan de waterkant werd het kleed uitgespreid en de picknickmand geopend. Ook de kaasschaaf en de thermoskan werden uit de rugzak van Mies gehaald.
“Waar is de kurkentrekker?”vroeg Arnold met de fles rode wijn in zijn hand.
Mies keerde haar rugzak op zijn kop: er kwam geen kurkentrekker uit, maar wel het fruitmesje. “Oh, nu begrijp ik het, ik heb het fruitmesje meegenomen in plaats van de kurkentrekker.”“Dan zit er niets anders op om dan maar de koffie uit de thermoskan op te drinken” sprak Arnold een beetje teleurgesteld, want hij had wel zin in een glas rode wijn. “Ach” sprak Mies vastberaden “je mag toch geen drank in het verkeer en zelfs niet op de fiets, die fles wijn maken we wel open zodra we thuis zijn. En zo gezegd zo gedaan, de koffie werd genuttigd en broodjes werden gesmeerd met boter en belegd met veel dunne plakken kaas. En daarna werd het fruit geschild. Nadat ze nog even lekker hadden genoten van het voorjaarszonnetje werd het tijd om weer op te stappen.
De rugzak van Mies was nu minder zwaar nu de thermoskan leeg was. De kaasschaaf en het fruitmesje werden weer in de rugzak gestopt en de lege picknickmand ging weer achterop de fiets. De kaasschaaf en het fruitmesje waren een beetje doezelig geworden van het zonnetje en al gauw waren ze in een hoekje van de rugzak in slaap gevallen. Ineens werden ze wakker van het geronk van een motor.

Het tweede pontje
Verschrikt kwam de kaasschaaf overeind en stammelde “Waar ben ik?” “Rustig maar” sprak de thermoskan die alweer groen zag, we gaan weer op het pontje, maar nu een ander pontje, want deze is veel groter en er staan acht auto’s op.” De kaasschaaf gluurde weer door het gaatje van de rugzak. “Jeetje, wat een mooie pont is dit zeg, moet je eens kijken”. “Nee dank je”sprak de thermoskan benauwd, “straks word ik weer misselijk”. “Maar je buik is nu leeg, dus ik denk niet dat je misselijk wordt” de kaasschaaf probeerde de thermoskan op zijn gemak te stellen. “O gelukkig”, de thermoskan ging nu ook rechtop zitten en voelde zich een beetje beter worden. “Kijk toch eens wat een grote pont dit is, je moet echt even komen kijken” sprak het fruitmesje tegen de thermoskan.
Eenmaal op de pont werd de thermoskan inderdaad niet meer misselijk en met z’n drietjes genoten ze van de tocht. Toen ze aan wal kwamen, stapten Arnold en Mies weer op de fiets. Het duurde nu niet meer zo lang voordat ze weer thuis waren.

Weer thuis
Eenmaal thuis gekomen werden de spullen uit de rugzak weer opgeruimd. De kaasschaaf en het fruitmesje werden afgewassen en teruggelegd in de keukenlade, waar de andere bewoners natuurlijk het hele avontuur in geuren en kleuren wilden horen. De kurkentrekker vond het natuurlijk heel erg jammer dat hij was vergeten, maar genoot van de verhalen.
En Arnold en Mies……………die hadden samen een flesje wijn open gemaakt en zaten gezellig bij de open haard nog na te genieten van de gezellige dag en besloten dit jaar weer heel wat pontjes uit te zoeken.

Nel

dinsdag 22 mei 2007

De verjaardag van de theedoek

‘Dat was lekker’ zei Arnold, terwijl hij zijn mond schoon veegde.
‘Dank je wel’ zei Mies.
‘Zal ik even helpen met afwassen?’ vroeg Arnold.
‘Nou graag’, zei Mies.
Ze brachten samen de vuile vaat naar de keuken.
‘Waar kan ik een theedoek vinden?’ vroeg Arnold.
‘In het kastje boven de tafel’, antwoordde Mies.
Arnold pakte een krukje.
‘Ik zie twee stapels met theedoeken.’ ‘Van welke stapel mag ik er een pakken?’ riep Arnold.
‘Van de linker’ riep Mies terug.
Arnold pakte de bovenste theedoek van de linker stapel. Hij stapte van het krukje af. Hij had nog maar nauwelijks aanstalten gemaakt om af te drogen of hij hoorde de theedoek zeggen: ‘Weten jullie eigenlijk wel dat ik vandaag jarig ben?’
‘Nee’, antwoordden Arnold en Mies tegelijk.
Arnold stond wat beteuterd te kijken. Ja, wat doe je nu met een theedoek die jarig is? Uit beleefdheid vroeg hij: ‘Hoe wil je je verjaardag vieren?’ Daar hoefde de theedoek niet over na te denken. ‘Ik zou graag een vliegmachine willen zijn.’
Enthousiast riep Arnold: ‘Ik weet hoe je een zweefvliegtuig moet vouwen.’ ‘Kom mee naar buiten.’
Arnold begon de theedoek te vouwen in de vorm van een zweefvliegtuig, maar de stof was te slap.
Ineens rende Mies naar binnen. Even later kwam zij met het afwasteiltje naar buiten. ‘Stop de theedoek in het stijfsel.’ zei Mies.
Zo gezegd, zo gedaan. Ze lieten de theedoek even drogen. Arnold begon weer te vouwen. En ja hoor, de vouwen bleven er keurig in zitten.
Arnold hield de theedoek boven zijn hoofd en hij begon te rennen. Op het juiste moment liet hij de theedoek los. De theedoek begon steeds hoger te klimmen. Hij vond het wel wat eng, maar na verloop van tijd durfde hij al bochten te maken. Heel in de verte hoorden Arnold en Mies de theedoek gillen van plezier.
Na enige tijd hoorden ze achter zich ‘Plof’. Daar was de theedoek weer. Keurig geland.
‘Willen jullie ook eens?’ vroeg de theedoek. Mies keek bedenkelijk, maar Arnold riep ‘Ja, graag.’ Hij stapte op de theedoek. Mies pakte de theedoek en Arnold op en zij begon te rennen. ‘Wanneer moet ik nu loslaten?’, riep zij wanhopig. ‘Nu’, riep Arnold. Samen vlogen de theedoek en Arnold over het bos. Mies was een heel klein stipje geworden. Toen ze genoeg hadden gezien, keerden ze weer terug bij Mies.
‘Dit was de fijnste verjaardag van mijn leven’, zei de theedoek.
‘Graag gedaan’ zei Arnold.
‘Alles goed en wel’, zei Mies, ‘maar de afwas staat er nog steeds.’

Bettie