vrijdag 1 juni 2007

De pontjestocht van de kaasschaaf met zijn vrienden

Eindelijk was het dan weer voorjaar, Arnold en Mies hadden er de hele winter al naar uitgekeken. Zoals ieder jaar gingen zij vanaf half april pontjestochten maken. Arnold en Mies hielden heel erg van fietsen en ze verheugden zich er enorm op. Helaas konden ze op de fiets niet zoveel meenemen, er moesten dus keuzes worden gemaakt. Natuurlijk moest de picknickmand mee, met allerlei lekkernijen erin, zoals luxe broodjes, fruit en een flesje rode wijn.

In de keukenlade
In de keukenlade was het nog rustig, want het was nog vroeg. De klok had pas 6 keer geslagen. Maar de kaasschaaf was uitgeslapen en hij ijsbeerde een beetje zenuwachtig heen en weer. Hij hield normaal heel erg van uitslapen, maar dit was een bijzondere dag voor hem, hij ging namelijk met Arnold en Mies mee op pontjestocht. De rest van de inwoners van de keukenlade waren ieder jaar stinkend jaloers op de kaasschaaf. Behalve de kurkentrekker, want die mocht ook altijd mee.
En ja hoor klokslag half 7 werd de keukenlade opengetrokken en werden de kaasschaaf en het fruitmesje eruit gehaald. “Hé,” riep de kaasschaaf “jullie vergeten mijn vriendje ‘de kurkentrekker’”. Ook de kurkentrekker probeerde nog de aandacht te trekken van Arnold, maar het mocht niet baten. “Hè bah,” dacht de kaasschaaf, “dit keer ben ik alleen met het fruitmesje, maar ja ik mag niet mopperen, want Arnold had mij ook in de lade kunnen laten liggen.” De achterblijvers begrepen er niets van: “Waarom mocht het fruitmesje ineens mee?”
Arnold stopte de kaasschaaf en het fruitmesje in de rugzak van Mies.
Klokslag 7 uur vertrokken Arnold en Mies op de mooie gepoetste fietsen. Het kleine fietspompje bungelde achterop de bagagedrager van Arnold, je moet tenslotte op alles voorbereid zijn.
Het was nog lekker koel buiten en de dauw lag nog op de weilanden. Je kon alleen de ruggen van de koeien in het weiland zien. De kaasschaaf had een mooi plekje weten te bemachtigen in de rugzak van Mies. Er zat een klein gaatje in waardoor hij lekker kon genieten van het mooie uitzicht.

Het eerste pontje
Ze reden door de polder waar veel molens stonden. “Wat zou ik graag eens in die molen willen kijken” zei de kaasschaaf tegen thermoskan, die op de bodem van de rugzak van Mies een dutjes probeerde te doen. Het fruitmesje zat naast de kaasschaaf en om beurten keken ze door het kleine gaatje van de rugzak. “Moet je nu eens kijken” gilde het fruitmesje, dat aan de beurt was om door het gaatje te kijken. “Ik zie een heleboel water met een hele rare boot, waar maar één auto op staat en allemaal mensen met fietsen.” “Een hele rare boot” stamelde de kaasschaaf, laat mij eens kijken” en hij duwde het fruitmesje opzij om ook naar die rare boot te kunnen kijken. “Dat is een pontje” wist de kaasschaaf te vertellen. “We zijn nu bij Spaarndam. Daar gaan we op het pontje, maar eerst gaan Arnold en Mies wat drinken.”
Toen de pont aanmeerde, stonden Arnold en Mies snel op van het terras en ze liepen met hun fiets naar de steiger. Zij gooiden wat geld in het klompje dat als fooienpot diende en zetten hun fietsen tegen de railing. Niet lang daarna werd de motor gestart en kwam het pontje in beweging. “O wat gebeurt er met mij, ik ben zo misselijk”, steunde de thermoskan die zijn buik nog vol koffie had en groen van ellende zag. “Je bent zeeziek” lachte de kaasschaaf. Het fruitmesje duikelde bijna uit de rugzak van het lachen. “Jullie zijn niet leuk” huilde de thermoskan “ik voel me echt niet lekker.” “Ik heb gehoord dat dit zo weer overgaat, wanneer je weer aan land bent” troostte het fruitmesje, dat het toch wel een beetje zielig vond voor de thermoskan. “Denk je?” vroeg de thermoskan hoopvol. “Ja ik weet het zeker” zei de kaasschaaf, “ik heb dat de vorige fietstochten zelf ook meegemaakt, toen waaide het erg hard en de boot schommelde nogal en soms word je dan zeeziek, maar dat gaat weer over zodra je weer aan land bent”. “O, gelukkig maar” sprak de thermoskan en hij werd door dit goede nieuws weer wat rustiger.
Na een kwartiertje gevaren te hebben, was de pont aan de overkant aangekomen. De pontjesbaas meerde de pont keurig op de juiste plaats aan. Arnold en Mies liepen naar hun fietsen en zwaaide nog even naar de pontjesbaas, die hun weer veilig aan de overkant had gebracht.

De picknick
Ze fietsten nog een halfuurtje door en toen kregen Arnold en Mies honger, dus het werd tijd voor een picknick. Nadat ze een mooi plekje hadden gevonden aan de waterkant werd het kleed uitgespreid en de picknickmand geopend. Ook de kaasschaaf en de thermoskan werden uit de rugzak van Mies gehaald.
“Waar is de kurkentrekker?”vroeg Arnold met de fles rode wijn in zijn hand.
Mies keerde haar rugzak op zijn kop: er kwam geen kurkentrekker uit, maar wel het fruitmesje. “Oh, nu begrijp ik het, ik heb het fruitmesje meegenomen in plaats van de kurkentrekker.”“Dan zit er niets anders op om dan maar de koffie uit de thermoskan op te drinken” sprak Arnold een beetje teleurgesteld, want hij had wel zin in een glas rode wijn. “Ach” sprak Mies vastberaden “je mag toch geen drank in het verkeer en zelfs niet op de fiets, die fles wijn maken we wel open zodra we thuis zijn. En zo gezegd zo gedaan, de koffie werd genuttigd en broodjes werden gesmeerd met boter en belegd met veel dunne plakken kaas. En daarna werd het fruit geschild. Nadat ze nog even lekker hadden genoten van het voorjaarszonnetje werd het tijd om weer op te stappen.
De rugzak van Mies was nu minder zwaar nu de thermoskan leeg was. De kaasschaaf en het fruitmesje werden weer in de rugzak gestopt en de lege picknickmand ging weer achterop de fiets. De kaasschaaf en het fruitmesje waren een beetje doezelig geworden van het zonnetje en al gauw waren ze in een hoekje van de rugzak in slaap gevallen. Ineens werden ze wakker van het geronk van een motor.

Het tweede pontje
Verschrikt kwam de kaasschaaf overeind en stammelde “Waar ben ik?” “Rustig maar” sprak de thermoskan die alweer groen zag, we gaan weer op het pontje, maar nu een ander pontje, want deze is veel groter en er staan acht auto’s op.” De kaasschaaf gluurde weer door het gaatje van de rugzak. “Jeetje, wat een mooie pont is dit zeg, moet je eens kijken”. “Nee dank je”sprak de thermoskan benauwd, “straks word ik weer misselijk”. “Maar je buik is nu leeg, dus ik denk niet dat je misselijk wordt” de kaasschaaf probeerde de thermoskan op zijn gemak te stellen. “O gelukkig”, de thermoskan ging nu ook rechtop zitten en voelde zich een beetje beter worden. “Kijk toch eens wat een grote pont dit is, je moet echt even komen kijken” sprak het fruitmesje tegen de thermoskan.
Eenmaal op de pont werd de thermoskan inderdaad niet meer misselijk en met z’n drietjes genoten ze van de tocht. Toen ze aan wal kwamen, stapten Arnold en Mies weer op de fiets. Het duurde nu niet meer zo lang voordat ze weer thuis waren.

Weer thuis
Eenmaal thuis gekomen werden de spullen uit de rugzak weer opgeruimd. De kaasschaaf en het fruitmesje werden afgewassen en teruggelegd in de keukenlade, waar de andere bewoners natuurlijk het hele avontuur in geuren en kleuren wilden horen. De kurkentrekker vond het natuurlijk heel erg jammer dat hij was vergeten, maar genoot van de verhalen.
En Arnold en Mies……………die hadden samen een flesje wijn open gemaakt en zaten gezellig bij de open haard nog na te genieten van de gezellige dag en besloten dit jaar weer heel wat pontjes uit te zoeken.

Nel

8 opmerkingen:

Inge zei

Ik heb enorm meegeleefd met de thermoskan - zo zeeziek worden!

Ton zei

Uit de reactie van de thermoskan begrijp ik dat het voor hem ook de eerste keer was. Dat is wel raar. is hij echt nog nooit mee geweest met Mies en Arnold? Drinken ze alleen maar wijn onderweg en nooit koffie/thee uit een thermoskan?
Verder is het een heel leuk verhaal, superspannend en heel dramatisch (de vergeten kurkentrekker...!)

Anoniem zei

Ik snap nu het probleem van één of twee verschillende blogs. Misschien kan je een hieperlink aanbregen, of zelf een superlink!

Nel zei

Tja Ton, een thermoskan heeft nou eenmaal niet het eeuwige leven, zeker niet wanneer ze veel op reis gaan. En tegenwoordig zijn ze erg trendy onderhevig. Gelukkig in dit geval jouw lievelingskleur..........paars.

Nel zei

Inge, ik had van Ton wel een enorme waslijst met onderwerpen verwacht, hij beweert namelijk veel verstand van het huishouden te hebben. Weet jij misschien nog een leuk onderwerp?

Ton zei

Nou Nel, wat dacht je van een stofallergische stofzuiger, een juspan met anorexiaproblemen en een dweil met waterangst?
En geloof me, ik heb die thuis allemaal. Uit medelijden gebruik ik ze dus ook niet.

Nel zei

Je brengt me op een geweldig idee Ton. Een dweil met waterangst die dan op zwemles gaat, waarbij de stang van de stofallergische stofzuiger dient om zijn hoofd boven water te houden. Waarschijnlijk ben jij nog van de generatie zwemles met haak, dus jij kunt je daar wel in verplaatsen denk ik.

Loes zei

hmmm....wat betreft een allergische stofzuiger......de titel Hatsjoee geeft zoiets aan. Ik meen zo'n verhaaltje geschreven te hebben.