dinsdag 22 mei 2007

De verjaardag van de theedoek

‘Dat was lekker’ zei Arnold, terwijl hij zijn mond schoon veegde.
‘Dank je wel’ zei Mies.
‘Zal ik even helpen met afwassen?’ vroeg Arnold.
‘Nou graag’, zei Mies.
Ze brachten samen de vuile vaat naar de keuken.
‘Waar kan ik een theedoek vinden?’ vroeg Arnold.
‘In het kastje boven de tafel’, antwoordde Mies.
Arnold pakte een krukje.
‘Ik zie twee stapels met theedoeken.’ ‘Van welke stapel mag ik er een pakken?’ riep Arnold.
‘Van de linker’ riep Mies terug.
Arnold pakte de bovenste theedoek van de linker stapel. Hij stapte van het krukje af. Hij had nog maar nauwelijks aanstalten gemaakt om af te drogen of hij hoorde de theedoek zeggen: ‘Weten jullie eigenlijk wel dat ik vandaag jarig ben?’
‘Nee’, antwoordden Arnold en Mies tegelijk.
Arnold stond wat beteuterd te kijken. Ja, wat doe je nu met een theedoek die jarig is? Uit beleefdheid vroeg hij: ‘Hoe wil je je verjaardag vieren?’ Daar hoefde de theedoek niet over na te denken. ‘Ik zou graag een vliegmachine willen zijn.’
Enthousiast riep Arnold: ‘Ik weet hoe je een zweefvliegtuig moet vouwen.’ ‘Kom mee naar buiten.’
Arnold begon de theedoek te vouwen in de vorm van een zweefvliegtuig, maar de stof was te slap.
Ineens rende Mies naar binnen. Even later kwam zij met het afwasteiltje naar buiten. ‘Stop de theedoek in het stijfsel.’ zei Mies.
Zo gezegd, zo gedaan. Ze lieten de theedoek even drogen. Arnold begon weer te vouwen. En ja hoor, de vouwen bleven er keurig in zitten.
Arnold hield de theedoek boven zijn hoofd en hij begon te rennen. Op het juiste moment liet hij de theedoek los. De theedoek begon steeds hoger te klimmen. Hij vond het wel wat eng, maar na verloop van tijd durfde hij al bochten te maken. Heel in de verte hoorden Arnold en Mies de theedoek gillen van plezier.
Na enige tijd hoorden ze achter zich ‘Plof’. Daar was de theedoek weer. Keurig geland.
‘Willen jullie ook eens?’ vroeg de theedoek. Mies keek bedenkelijk, maar Arnold riep ‘Ja, graag.’ Hij stapte op de theedoek. Mies pakte de theedoek en Arnold op en zij begon te rennen. ‘Wanneer moet ik nu loslaten?’, riep zij wanhopig. ‘Nu’, riep Arnold. Samen vlogen de theedoek en Arnold over het bos. Mies was een heel klein stipje geworden. Toen ze genoeg hadden gezien, keerden ze weer terug bij Mies.
‘Dit was de fijnste verjaardag van mijn leven’, zei de theedoek.
‘Graag gedaan’ zei Arnold.
‘Alles goed en wel’, zei Mies, ‘maar de afwas staat er nog steeds.’

Bettie